English
Wat is jouw achtergrond?
Ik ben van oorsprong Maatschappelijk Werker en werk al 23 jaar in de Forensische Zorg. Voordat ik bij het EFP kwam werken heb ik langdurig gewerkt bij de Van der Hoeven Kliniek (onderdeel van de Forensische Zorgspecialisten). Ik heb daar diverse functies bekleed, eerst in het primair proces en later als leidinggevende. Na 23 jaar in de kliniek vond ik het echt tijd om iets anders te gaan doen, hoe leuk de kliniek ook is. Via een vriendin hoorde ik van de vacature bij het EFP.
Wat is je functie en bij welke projecten ben je betrokken?
Ik werk als projectcoördinator en hou me bezig met de Forensische Leerlijn, het Kwaliteitsnetwerk De Borg, de projectgroep Implementatienetwerken en de Prestatie Indicatoren. Ik ben door corona online gestart, wat wel gek was omdat we niet naar kantoor konden komen. Maar dat went snel. De projecten waar ik me op richt zijn erg divers en interessant.
Wat maakt jouw werk bijzonder?
Ik ben altijd erg geboeid door gedwongen hulpverlenging en dus ook de Forensische Zorg. Wat maakt nou dat het zo ver komt dat je een delict pleegt? Waarom bij deze persoon wel en bij een ander niet? Wat kan er anders, en hoe? Wat me vooral gebonden heeft aan het werk was de menselijkheid van de patiënten. Ze zijn niet voortdurend gevaarlijk of gek, of die enge mensen die je op tv vaak ziet. De meesten zijn mensen zoals jij en ik, maar met een ander verleden. Ze hebben veelal dezelfde behoeften als anderen, maar niet altijd (dezelfde) mogelijkheden om er iets goeds mee te doen. En dat ombuigen of aanleren is wat de TBS ze kan bieden. Vaak heb ik me beseft hoeveel geluk ik heb gehad om in een veilig nest geboren te zijn en dat ik mogelijkheden en kansen heb gehad mezelf te ontwikkelen. Dat is niet vanzelfsprekend.
Bij het EFP blijf ik gebonden aan de forensische sector, maar in bredere zin van het woord. Wat ik vooral leuk vind is dat ik ook met andere instellingen en de ambulante kant van het forensische veld ga werken. Ik vind het belangrijk dat alle goede ideeën en ontwikkelingen ook uitvoerbaar en helpend zijn voor de werkvloer. Het belangrijkste doel van de zorg is dat de patiënt er beter van wordt. Ik merk dat mijn werkervaring enorm helpt in het vertalen van kennis naar de dagelijkse praktijk.