Oval halfCircle half
Publicaties

Factsheet Gendersensitief behandelen

Behandelen van vrouwen

in de klinische forensische zorg

 

Achtergrond en doel handreiking  

Er zijn veel overeenkomsten tussen vrouwen en mannen in de klinische forensische zorg en het veelgebruikte Risk Need Responsivity model is ook voor vrouwen waardevol. Er zijn - naast biologische verschillen - echter ook verschillen in delict kenmerken, traumageschiedenis, diagnoses en behandelgeschiedenis. Deze kunnen als specifieke risicofactoren of responsiviteitsfactoren worden gezien. De meeste (risicotaxatie)instrumenten en methoden die worden gebruikt in de forensische zorg zijn nog onvoldoende onderzocht of zijn minder bruikbaar gebleken voor vrouwen.   

De handreiking heeft als doel het bieden van richtlijnen voor het behandelen van (trans) vrouwen in de klinische forensische zorg en is gebaseerd op literatuuronderzoek, een online enquête (N = 295), interviews met 22 professionals, 11 patiënten (acht vrouwen, drie mannen), drie expertmeetings en een pilot onderzoek in drie klinieken. 

Uitgangspunt 

Het is belangrijk dat de behandeling in de klinische forensische zorg gender-responsief is, dat wil zeggen dat er zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met gender(verschillen). Helder beleid over gender-responsief werken in een (gemengde) klinisch forensische instelling is gewenst en het wordt aanbevolen zoveel mogelijk gebruik te maken van gendersensitieve diagnostische en risicotaxatie-instrumenten en gender-responsieve behandelprogramma’s. 

Gender-responsief werken 

Algemene uitgangspunten en aanbevelingen: 

  • Trauma-informed care: 1)veiligheid; 2)betrouwbaarheid; 3)keuzevrijheid; 4)samenwerking; 5)empowerment. Zie voor meer informatie: Trauma informed care 
  • Benader patiënten op een respectvolle manier 
  • Betrek vrouwen expliciet in hun veranderingsproces 
  • Biedt zoveel mogelijk autonomie 
  • Leg de nadruk op krachten/beschermende factoren 
  • Faciliteer indien mogelijk contact met kind(eren), biedt ondersteuning, versterk opvoedvaardigheden

Heb specifieke aandacht voor:  

  • Gezondheid; preventie, leefstijl, diagnostiek 
  • Zelfbeschadigend gedrag: onderzoek de functie, houdt rekening met ‘kopieergedrag’. Zie voor meer informatie: De Forensische Zorgspecialisten, factsheet zelfbeschadigend gedrag 
  • Sociale en intieme relaties 

 Organisaties 

  • Goede selectie professionals: vaardigheden en affiniteit doelgroep/ werken in gemengde instelling 
  • Biedt specifieke training (bijvoorbeeld over omgang met zelfbeschadigend gedrag) 
  • Biedt coaching en ondersteuning aangezien werken met vrouwen vaak als complexer wordt ervaren 

 Doorstroom 

  • Er is behoefte aan meer beveiligde plaatsen voor vrouwen met intensieve zorgbehoefte en hoog risicoprofiel gezien de stagnatie in doorstroom 

 Genderspecifieke aandachtspunten 

  • Erken verschillen en houdt rekening met biologische factoren; o.a. mogelijk andere effecten medicatie, vrouwspecifieke en hormonale gezondheidsproblemen. Zie voor meer informatie het werk van Iris Sommer, waaronder het boek ‘Het Vrouwenbrein’ en verschillende Youtube filmpjes  
  • Aandacht voor transgender personen: - Waarborg veiligheid en privacy; - Erkenning en respectvolle bejegening; - Goede medische zorg; - Verhoogde kans victimisatie; - Verhoogde kans suïcidaliteit; - Heldere afspraken over o.a. kleding, sanitaire voorzieningen 

Aandachtspunten gemengde instellingen 

  • Formuleer helder beleid: - Gewenste ratio vrouw – man op leefgroep; - Mogelijkheden intieme relaties/contact; - Anticonceptie; zwangerschap 
  • In geval van intieme relatie (in welke vorm dan ook): - Heldere afspraken en regelmatig overleg; - Indien gewenst/ nodig: begeleiding relatie; regelmatig risicotaxatie partnergeweld 
  • Voldoende privacy, faciliteiten en specifieke producten voor vrouwen, bijvoorbeeld hygiëne producten 
  • Behandelaanbod specifiek voor vrouwen (bijvoorbeeld vrouwengespreksgroep of ‘ladies night’) 
  • Aandacht minderheidspositie en versterk weerbaarheid 

 

Gendersensitieve diagnostiek en risicotaxatie  

Bewustzijn gender bias: Gender bias speelt waarschijnlijk een rol in risicotaxatie en diagnostiek (vb. over rapportage borderline persoonlijkheidsstoornis).  

Richtlijnen voor diagnostiek:  

  • Er bestaan algemene richtlijnen voor diagnostiek bij vrouwen (APA, 2018) 
  • Er zijn aanvullende richtlijnen voor het scoren van de Psychopathie Checklist-Revised voor vrouwen (Smith et al., 2021) 
  • In beeld brengen van trauma (gerelateerde klachten) is een essentieel onderdeel van diagnostiek 

Risicotaxatie: 

  • Besef dat de meeste risicotaxatie-instrumenten onvoldoende onderzocht zijn voor vrouwen of minder bruikbaar gebleken; wees voorzichtig in het trekken van conclusies 
  • Geweld. De HKT-R is volgens de handleiding (nog) niet geschikt voor gebruik bij vrouwen, de HCR-20V3 en START hebben een matige voorspellende waarde voor geweld. De HCR-20V3 en START kunnen worden gebruikt voor vrouwen, maar dienen met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. De Female Additional Manual (FAM) kan worden gebruikt als aanvullend instrument voor het inschatten van geweld naar zowel anderen als zichzelf. De FAM is met name waardevol voor klinisch gebruik (meer inzicht, richtlijnen voor risicomanagement), maar levert geen extra voorspellende waarde op 
  • Zeden. Er is weinig kennis over risicofactoren en er zijn geen gevalideerde risicotaxatieinstrumenten voor vrouwen die seksuele delicten hebben gepleegd. Wees zeer terughoudend in het trekken van conclusies over het risico van seksuele recidive.  

Transgender: 

  • Goede psychodiagnostiek door experts is nodig om genderdysforie vast te stellen 
  • Risicotaxatie geweld: wees terughoudend met het gebruik van de FAM wanneer een trans vrouw zich ten tijde van het indexdelict als man identificeerde; mogelijk alleen gebruiken voor richtlijnen risicomanagement (met name de dynamische factoren) 
  • Risicotaxatie zeden: Static-Stable-Acute kan alleen worden gebruikt als persoon ten tijde van het seksuele delict in biologische zin man was of als de transitie van vrouw naar man als algemeen erkend werd. 

 

Gender-responsieve behandeling  

Er bestaan in Nederland nog geen gender-responsieve behandelprogramma’s. In Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk zijn enkele gender-responsieve behandelprogramma’s ontwikkeld. In Noord-Amerika zijn deze vaak bedoeld voor vrouwen in detentie met verslavingsproblematiek en doorgaans gegeven door peers (ervaren en getrainde medegedetineerden). Onderzoeksresultaten tot nu toe laten veelbelovende resultaten zien, namelijk een vermindering in terugval in middelengebruik, delict gedrag en psychische klachten (van Voorhis, 2022, zie voor meer referenties de Vogel et al., 2023). Aanpassingen voor gebruik in de Nederlandse klinische forensische zorg zijn nodig, evenals onderzoek naar de waarde hiervan. 

Belangrijke onderdelen van gender-responsieve behandeling zijn: 

  • Traumabehandeling gericht op vergroten weerbaarheid, aangeven van grenzen, en voorkomen van revictimisatie. Verbeteren van zelfvertrouwen, self-efficacy, coping en sociale relaties zijn factoren die vooral voor vrouwen belangrijk zijn gebleken 
  • Empowerment: gericht op financiële zelfstandigheid, beroepskeuze, werk, controle, en autonomie 
  • Indien kind(eren): opvoedvaardigheden versterken, invulling kunnen geven aan de moederrol 
  • Specifieke aandacht voor de rol van sociale en intieme relaties en seksualiteit 
  • Psycho-educatie (o.a. over de relatie tussen trauma en middelenmisbruik) 

 

De Vogel, De Bruijn, Klein Haneveld, Leong, Robbe, Steunenberg, Verhees, & Vissers, 2023: Behandelen van vrouwen in forensische klinische zorg: Een vak apart? Het ontwikkelen van richtlijnen voor de behandeling van vrouwen in de forensische klinische zorg - KFZ.

Voor vragen: vdevogel@dfzs.nl