Het doel van de diagnostische fase is met behulp van diagnostische instrumenten het zo volledig mogelijk in kaart brengen van de symptomatologie van de patiënt en zijn kenmerkende gedragspatronen, met een bijzonder accent op delict gerelateerd gedrag.
Diagnostiek is geen eenmalige onderzoeksactiviteit aan het begin van de behandeling, maar speelt zich gedurende de gehele behandeling af en is daarmee zelf ook onderdeel van het behandelproces.
Zo komen uit de behandeling nieuwe diagnostische vragen naar voren. De beantwoording daarvan stuurt de behandeling, en zo verder. De keuze van diagnostische instrumenten en activiteiten verschilt per patiënt en vindt plaats op indicatie van de behandelverantwoordelijke en de diagnosticus. De instrumenten moeten uiteraard wel voldoende betrouwbaar en valide zijn. Verder is het raadzaam, waar mogelijk, internationaal gangbare instrumenten te gebruiken om internationaal onderzoek mogelijk te maken. Ook is het aan te raden verschillende methoden van informatieverzameling en instrumenten met verschillende invalshoeken in te zetten.