Oval halfCircle half
Projecten

De Lerende Praktijk

Wat is De Lerende Praktijk?

Binnen De Lerende Praktijk werken FPC/K’s gezamenlijk aan kwaliteitsverbetering en innovatie van forensische zorg. Dit doen zij door middel van het Kwaliteitsnetwerk FPC/K en (wetenschappelijk) onderzoek.

Doelen 

Binnen De Lerende Praktijk integreren we onderzoek en praktijk. Om te leren of de behandeling werkt is het nodig om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren en om in samenwerkingsverband van elkaar te leren. Dat gebeurt met openheid en transparantie. En met het ondersteunen van de inhoudelijke diversiteit van de instellingen.

Dit zijn de doelen van De Lerende Praktijk:   

  • Samenwerken aan kwaliteitsverbetering en innovatie rond behandeling en risicomanagement
  • Samen aanpakken van sectorbrede knelpunten en uitdagingen in en tussen FPC/K’s
  • Dit doen we binnen De Lerende Praktijk via (wetenschappelijk) onderzoek gericht op het lerend effect van de behandelingen én via het Kwaliteitsnetwerk FPC/K’s

De opzet van De Lerende Praktijk

De Lerende Praktijk bestaat uit:

  • Het Kwaliteitsnetwerk FPC/K
  • (Wetenschappelijk) onderzoek, met verschillende onderzoekslijnen

Kwaliteitsnetwerk FPC/K
Met het Kwaliteitsnetwerk nemen instellingen een kijkje in elkaars keuken. Zo worden kennis, kunde en ervaringen gedeeld om van elkaar te leren en elkaar te inspireren. Het netwerk werkt gezamenlijk aan het kraken van oesters en verspreiden van parels.
Voor het kwaliteitsnetwerk is een apart project/communicatieplan en projectuitvoering.

(Wetenschappelijk) onderzoek
Binnen de verschillende FPC/K’s is veel kennis aanwezig en wordt kliniekafhankelijk onderzoek gedaan. Daarnaast stellen we samen sectorbrede knelpunten en uitdagingen vast, en prioriteren we deze in een gezamenlijk onderzoeksagenda. We zetten vervolgens gezamenlijk (wetenschappelijk) onderzoek uit gericht op het lerend effect van de behandelingen – en houden elkaar aangesloten gedurende de looptijd van de onderzoeken. Met als resultaat om sectorbrede adviezen en /of producten aan te bieden voor het verbeteren van kwaliteit en innovatie rond behandeling en risicomanagement in de praktijk binnen FPC/K’s.

De onderzoekslijnen
Onderzoekers, beleidsadviseurs en managers van alle klinieken hebben samen vier onderzoekslijnen bepaald – met ieder een werkgroep. Deze onderzoekslijnen geven richting aan de samenwerking tussen alle klinieken. Binnen de vier werkgroepen komen onderzoekers van klinieken samen om sectorbrede knelpunten en uitdagingen gezamenlijk op te pakken.

De vier onderzoekslijnen:

Effectiviteit van de behandeling

Het doel van deze onderzoekslijn is om meer inzicht te krijgen in de ‘black box’ van de forensische zorg om de behandelpraktijk te verbeteren.

Artikel: 'Werkt forensische behandeling?'
Vanuit deze onderzoekslijn is het artikel 'Werkt forensische behandeling?' (gepubliceerd in: Tijdschrift voor Forensische Psychiatrie en Psychologie) voortgekomen dat in de nieuwste editie van het Tijdschrift voor Forensische Psychiatrie en Psychologie is gepubliceerd. Auteurs van dit artikel zijn Vivienne de Vogel, Marije Keulen-de Vos, Stefan Bogaerts, Erik Bulten, Monique Delforterie, Erwin Schuringa en Paul Ter Horst. In het artikel is een compilatie van onderzoek naar behandeleffectiviteit in de Nederlandse klinische forensische zorg opgenomen.

Klik hier voor het wetenschappelijke artikel 'Werkt forensische behandeling?'


Conclusies
Eén van de conclusies is dat recidivecijfers na ontslag uit de tbs relatief gunstig zijn en dat recidive tijdens verlof zeldzaam is.  Meerdere onderzoeken vonden een significante verlaging van risicofactoren en verhoging van beschermende factoren. Wat precies werkt, voor wie en wanneer is echter nog onduidelijk, en onderzoek naar effectiviteit van behandeling is complex om uit te voeren. 

Voor toekomstig onderzoek is het van belang TAU te onderzoeken en - naast RCT’s - ook andere vormen van onderzoek uit te voeren, bijvoorbeeld meer kwalitatief onderzoek. Aandacht voor de context, kenmerken van de patiënt en de behandelrelatie is hierbij essentieel, net als samenwerking tussen onderzoekers van verschillende instellingen.

Vervolg
Momenteel is de onderzoekslijn 'effectiviteit van de behandeling' bezig met vervolgstappen.

Gezond werkklimaat en mentale veerkracht

Vanuit deze onderzoekslijn is een promotieonderzoek naar het werkklimaat in de forensische zorg van start gegaan.  Eén van de doelen is om een handreiking te ontwikkelen voor het neerzetten van een goed werkklimaat. 

Voorstellen Marjolein Hasperhoven & promotieonderzoek 
Professionals in de forensische zorg hebben de belangrijke taak om patiënten te ondersteunen naar een recidivevrij leven in de maatschappij. Tegelijkertijd staan deze professionals voor grote uitdagingen om hun werk optimaal te kunnen doen. Er is bijvoorbeeld sprake van tekort aan personeel en verhoogde werkdruk. Ook worden zij regelmatig geconfronteerd met spanningen en agressie tijdens hun werkzaamheden. 

Per 1 juni 2024 is Marjolein Hasperhoven gestart met een promotieonderzoek 'Werkklimaat in de forensische zorg'. Hoe ziet een goed werkklimaat binnen de forensische zorg eruit? En wat is er nodig om een optimaal werkklimaat te realiseren? Het doel van dit onderzoek is dan ook om meer inzicht te geven in de omstandigheden waaronder forensisch professionals hun werk zo goed mogelijk kunnen doen.

Het onderzoeksteam bestaat verder uit Vivienne de Vogel en Nienke Verstegen van Van der Hoeven Kliniek en Marije Keulen – de Vos en Maartje Clercx van de Rooyse Wissel. Het onderzoek wordt gefinancierd door Stichting Vrienden van Oldenkotte.

Problematisch middelengebruik

Bij de onderzoekslijn problematisch middelengebruik wordt er niet zozeer gekeken naar het ontwikkelen van nieuwe interventies, maar naar het toepasbaar maken van bewezen effectieve behandelmethoden voor de FPC/K setting.

Visie 'problematisch middelengebruik in de klinische forensische zorg'
Vanuit de onderzoekslijn is een visiedocument 'Problematisch middelengebruik in de klinische forensische zorg' opgesteld. Dit visiestuk is voorgelegd aan alle klinieken, en goedgekeurd.

Klik hier voor het visiestuk 'Problematisch middelengebruik in de klinische forensische zorg'


Toolbox Middelengebruik
Vanuit de FPC/K's is er de wens om op onder andere  het gebied van middelengebruik samen op te trekken en te ontwikkelen. De 'Toolbox Middelengebruik' kan hiervoor ingezet worden. De 'Toolbox Middelengebruik' biedt richtlijnen, handvaten, tips en aanbevelingen m.b.t. het het centraal stellen van de relatie tussen middelengebruik en delicten, en het creëren van een positief behandelmilieu. De Toolbox biedt zorg op maat en bevat praktische oefeningen, psycho-educatie, en middeleninformatie. Daarnaast bevat het een poster met informatie voor behandelaren.

Ondertussen heeft de implementatiepilot 'Toolbox Middelengebruik' plaatsgevonden en is het implementatienetwerk van start gegaan. In een implementatienetwerk komen diverse organisaties tijdelijk samen in een netwerk, om tegelijkertijd aan de slag te gaan met implementatie van hetzelfde product, in dit geval de Toolbox. Het implementatienetwerk wordt georganiseerd en begeleid door het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) i.s.m. Tactus Verslavingszorg en de Oostvaarderskliniek. Klik hier om meer te lezen over het implementatienetwerk Toolbox Middelengebruik

Responsiviteit

De werkgroep heeft onder andere gesproken over de definitie van responsiviteit en welke factoren hierbij een rol spelen. Vervolgens heeft de werkgroep input gegeven aan de onderzoeksagenda van KFZ.

Toepassing responsiviteitsprincipe
De KFZ call Toepassing van het responsiviteitsprincipe in de klinische forensische zorg’ is toegewezen aan De Rooyse Wissel in samenwerking met De Forensisch Zorgspecialisten en De Oostvaarderskliniek. Het project is gericht op begripsbepaling van het responsiviteitsprincipe voor de klinische forensische zorg en het verkennen van het responsiviteitsprincipe in de klinische praktijk.

Projectupdate
In de periode januari t/m maart 2024 is literatuuronderzoek gedaan om na te gaan welke definities er in de literatuur voorkomen als het gaat om responsiviteit. Vervolgens is via een andere call ('Warme overdracht') data verkregen van een survey onder professionals waarbij ook de vraag werd gesteld om het begrip te definiëren. Deze worden momenteel geanalyseerd, net als de teksten van de interviews die met professionals zijn gehouden. De volgende stap is om een survey onder professionals uit te zetten over de praktische toepassing van het begrip en om data te verzamelen van de zorgvraagtypering om na te gaan welke factoren van invloed zijn op de score op het responsiviteitscriterium. 

Themabijeenkomst ‘geen-bezwaar’ systeem
Tevens heeft in 2024 een themabijeenkomst over het ‘geen-bezwaar’ systeem plaatsgevonden.

Meer informatie

Volgens het ministerie van J&V is retrospectief wetenschappelijk onderzoek op basis van dossiergegevens van forensisch psychiatrische patiënten zonder informed consent mogelijk onder een 'geen-bezwaar' systeem. Dit omdat er volgens hen al een grondslag is in het Besluit FZ. De vraag is echter waar een dergelijk geen-bezwaar systeem aan moet voldoen.

Tijdens de themabijeenkomst over een dergelijk ‘geen-bezwaar’ systeem stond de volgende vraag centraal:
'Hoe voer je dossieronderzoek uit zonder informed consent binnen de forensische patiëntpopulatie?'. De mogelijkheden en uitdagingen werden tijdens deze bijeenkomst uitgebreid besproken. 

Hier is de PowerPoint van de Themabijeenkomst terug te zien.

De volgende documenten kunnen opgevraagd worden (zie contactgegevens rechts op De Lerende Praktijk-pagina):
- DJI-brief (onderwerp: Standpunt gegevensdeling retroperspectief wetenschappelijk onderzoek)
- Een document met achtergrondinformatie over het onderwerp ‘geen-bezwaar' systeem.

Samenstelling

De Lerende Praktijk is een project van en door het veld.

De stuurgroep bestaat uit de volgende leden:

  • mevrouw M. Delforterie (Onderzoeker, Trajectum)
  • mevrouw J. Stam (Onderzoeker, FPC De Oostvaarderskliniek)
  • meneer W. in ‘t Hout (Klinisch Psycholoog, FPC De Pompestichting)
  • mevrouw J.T. van Geffen (Algemeen directeur, CTP Velzicht)
  • meneer B. van Moorsel (Adviseur kwaliteitszorg/Informatieadviseur, FPC Dr. S. van Mesdag)

Het EFP voert het projectmanagement uit om te zorgen dat de inspanningen van de werkgroepen en de stuurgroep op efficiënte wijze weer terugvloeien naar de praktijk en de FPC/K’s.